07 aug. 2014
Oud-medewerkers mogelijk ziek door werk in NAVO-depots
ENSCHEDE
Het aantal oud-werknemers van Defensie dat vermoedt ziek te zijn geworden van onderhoudswerk aan legervoertuigen in een van de vijf inmiddels gesloten NAVO-depots in de grensstreek, loopt snel op.
Bij advocaat Rob Bedaux uit Heerlen hebben zich de afgelopen weken 61 oud-medewerkers of nabestaanden gemeld, bij letselschadespecialist Yme Drost uit het Twentse Hengelo dertien.
Drost stelt het ministerie van Defensie aansprakelijk voor de schade. De Limburgse letselschadeadvocaat overweegt een juridische procedure met getuigenverhoren en een deskundigenbericht.
Oud-medewerkers hebben last van verschillende vormen van kanker, kortademigheid, uitvallend haar of afbrokkelende nagels en tanden. Zij zeggen tijdens hun werk te zijn blootgesteld aan verarmd uranium, benzeen en het kankerverwekkende chroom-6+ dat was verwerkt in de camouflageverf voor legervoertuigen.
Het ministerie van Defensie onderzoekt de zaak en wil niet reageren. Eerst moeten Kamervragen van de SP worden beantwoord.
De voormalige medewerkers hebben in de NAVO-depots in Coevorden, Ter Apel, Vriezenveen, Brunssum en Eygelshoven tanks en andere legervoertuigen onderhouden, schoongemaakt, gerepareerd en geverfd. De depots zijn in de jaren 80 van de vorige eeuw ingericht om bij een Sovjetaanval snel paraat te kunnen zijn. Ook werden er voor de Amerikanen voertuigen opgeknapt die tijdens de Golfoorlog en missies zijn gebruikt.
Martin van den Berg, hoogleraar toxicologie aan de Universiteit Utrecht, heeft documenten gezien waaruit blijkt dat in 2002 ,,absurd’’ hoge concentratie van het kankerverwekkende chroom-6+ is gemeten in veegmonsters uit de werkplaats in Brunssum. Die onderzoeksresultaten zijn volgens een zieke oud-medewerker nooit bekengemaakt aan het personeel. Volgens Bedaux zijn in 1999 in Vriezenveen soortgelijke concentraties gemeten en waren die representatief voor alle locaties.
Van den Berg stelt dat al sinds de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw duidelijk is dat chroom-6+ kankerverwekkend is en dat ook Defensie daarvan op de hoogte moet zijn geweest of in elk geval had moeten zijn. ,,Het is een van de weinige stoffen waarvan we zeker weten dat ze bij de mens kankerverwekkend zijn. Je moet de huid, de ogen en de ademhaling maximaal beschermen; je mag er op geen enkele manier mee in aanraking komen. Met de gegevens die mij nu bekend zijn lijkt het erop dat Defensie het personeel onvoldoende heeft beschermd.’’
Volgens Bedaux hebben oud-medewerkers verklaard dat ze in cabines verfspuitwerk verrichtten in papieren overalls waar de verf soms tot op hun huid doorheen lekte en dat de perslucht voor de maskers vermoedelijk uit de loods zelf kwam. De spuitcabines stonden in de werkplaatsen. Als de deuren opengingen, vermengde zich de lucht van de loods en de cabine zich. ,,En daar at je dan ook gewoon je boterham op’’, zegt een zieke oud-medewerker.
Of er daadwerkelijk een relatie is tussen de ziektegevallen en blootstelling aan camouflageverf met chroom-6+ durft Van den Berg niet te zeggen: ,,Daar is statistische informatie voor nodig en het oordeel van epidemiologen.’’
VVD-minister Hennis-Plasschaert van Defensie heeft eind juni in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat zij vooralsnog geen aanwijzingen heeft dat voormalige medewerkers structureel zijn blootgesteld aan te hoge concentraties gevaarlijke stoffen.
Bij het zorgloket Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers van pensioenfonds ABP hebben zich inmiddels 300 verontruste oud-medewerkers of hun nabestaanden laten registreren. De depots zijn jaren geleden gesloten, chroom-6+ wordt al jaren niet meer gebruikt in de camouflageverf.
Henk Coort (56 jaar) uit Schinveld weet ,,bijna zeker’’ dat hij slokdarmkanker heeft gekregen door zijn werk als monteur bij de inmiddels gesloten opslagplaats voor Amerikaans militair materieel in Brunssum.
Er werd geslepen, gelast en gesleuteld aan tanks die met de kankerverwekkende camouflageverf waren geschilderd en met verarmd uranium in de beplating. ,,Gewoon in een overalletje.’’
Coort werkte van 1984 tot 2006 in Brunssum en daarna nog tot 2008 in het depot in Eygelshoven. In 2009 kreeg hij eervol ontslag, in 2010 werd hij ziek. Zijn slokdarm en een deel van zijn maag zijn weggehaald. Hij leeft nu ,,met de dag.’’
Coort beschikt over gegevens waaruit blijkt dat in 2002 in de werkplaats in Brunssum een veel te hoge concentratie van het kankerverwekkende chroom-6+ is gemeten. Het document is ,,achterover gedrukt’’ door een collega die het hem toespeelde toen hij hoorde dat Coort ernstig ziek was. ,,Op dat moment vielen de puzzelstukjes op hun plaats.’’
,,Die verf stonk als de hel’’, herinnert
Gerard Leushuis (69 jaar) uit Almelo zich. Van 1982 tot 1991 werkte hij in het in 2003 gesloten NAVO-depot in het Vriezenveen. Twee jaar geleden is bij hem blaaskanker geconstateerd.
Als ‘supervisor’ liep hij regelmatig rond in de werkplaats waar hij naar eigen zeggen ,,de rommel’’ heeft ingeademd. In de werkplaats stonden cabines waar legervoertuigen werden gestraald en geverfd. Het bijschilderen gebeurde buiten de cabines, met een simpel mondkapje voor, in gewone werkkleding, zonder afzuiginstallatie, vertelt hij.
Als voorzitter van de ondernemingsraad heeft hij in de jaren 80 van de vorige eeuw ,,de hele handel’’ aan geslingerd. ,,We hebben een behoorlijke rel geschopt over het verarmd uranium en ook over de verf. Een hoge pief van Defensie kwam per helikopter naar Coevorden om de onrust te bezweren; we hoefden ons geen zorgen te maken. Achteraf gezien, zeg ik, we zijn niet fanatiek genoeg geweest.’’