05 okt. 2015
Niemand zag hoe diep Jim zat
Vijf suïcides in één jaar tijd in een dorp met ruim 13.000 inwoners. Dat moest stoppen, vond de burgemeester. In Wezep is nu en taskforce actief.
Wezep. Zo veel doden, zo jong nog, in zo’n korte tijd. Toen burgemeester Adriaan Hoogendoorn voor de vijfde keer in één jaar in het dorp Wezep bij een moeder wegreed die een kind had verloren door zelfdoding, vond hij dat ,,wegkijken niet meer kon. De frequentie, al die jonge levens; dat kon zo niet doorgaan.’’
Er kwam een ‘taskforce’ met daarin een paar moeders, enkele betrokken inwoners, een dominee en een straathoekwerker. ,,Een beleidsnota gaat dit niet verbeteren, de samenleving moet er zelf mee aan de slag. Heel Wezep moet worden gemobiliseerd, moet verantwoordelijkheid nemen’’, was de gedachte van Hoogendoorn, burgemeester van de Gelderse gemeente Oldebroek waartoe Wezep behoort.
Afgelopen vrijdag was er in de kantine van de lokale voetbalclub WHC een informatiebijeenkomst voor alle inwoners. Die moet, in combinatie met andere activiteiten, bijdragen aan het voorkomen van suïcide. Hoogendoorn: ,,Het is belangrijk dat jongeren ervaren dat hun leven zin heeft, dat ze (weer) een doel hebben, perspectief krijgen. Hoe kunnen we elkaar helpen? Wat is er nodig om er voor elkaar te kunnen zijn?’’
Vier jongens en één meisje stapten uit het leven, in de leeftijd van zestien tot en met 21 jaar. ,,De situaties zijn niet vergelijkbaar’’, vindt de burgemeester. ,,Maar er gaat veel nood achter schuil. Gebroken gezinnen, gebroken relaties, drugsgebruik, geen werk, geen perspectief, zich niet geaccepteerd voelen, de zin van het leven niet (meer) zien.’’
Een van de jongeren is Jim, 18 jaar. Hij had het zwaar omdat zijn stiefzus is overleden aan kanker - hij kampte met een depressie. Jim heeft hulp gehad, maar niet de juiste, zegt zijn moeder Janny Menning achteraf. ,,Niemand heeft gezien hoe diep hij zat.’’
Menning is nu lid van de taskforce. Jims dood mag niet voor niets zijn geweest, zegt ze. Ze is blij dat de burgemeester en anderen het taboe op zelfdoding proberen te doorbreken.
Wezep, vijf kilometer van Zwolle, aan de rand van de Veluwe, telt ruim 13.000 inwoners. Bijna iedereen kent elkaar in deze overwegend christelijke gemeenschap. ,,De onderlinge verbondenheid is groot’’, vertelt Arjan Oosterwijk, dominee van de Pauluskerk.
Het is van oudsher een dorp van stratenmakers, afkomstig uit Amsterdam en omgeving. Bij het bestraten van de Zuidzeestraatweg tussen Amersfoort en Zwolle, een route van 64 kilometer langs de voormalige Zuiderzeekust, begin vorige eeuw, zijn de stratenmakers ‘aan het einde’ van de route gebleven.
Nog altijd wonen er veel stratenmakers. ’s Morgens rijden busjes het dorp uit, op weg naar werk elders. Het zijn harde werkers in Wezep. ,,Het arbeidsethos is hoog’’, zegt Hoogendoorn. Werken is belangrijk. Liever werk dan een diploma.
’s Avonds thuis komen er een paar pilsjes op tafel. Drugsgebruik, vooral blowen, onder jongeren is steeds gewoner geworden.
Het dorp kent een ,,zwijgcultuur’’, zeggen leden van de taskforce. De bewoners hangen de spreekwoordelijke vuile was niet buiten. Het zijn niet zulke ‘praters’ - het opleidingsniveau is vaak niet zo hoog. Over gevoelens hebben ze het liever niet. ,,Mensen zijn hard voor zichzelf’’, vertelt straathoekwerker Lambert Jongetjes. Hoogendoorn: ,,Er is veel ontkenning, schaamte. Je kunt wel doen alsof het er niet is, maar daar wordt de werkelijkheid niet anders van.’’
Ook Wezep, of juist een dorp als Wezep met veel kleine zelfstandigen en ondernemers, voelt de crisis. Bij de diaconie van de Pauluskerk kloppen steeds meer mensen aan voor hulp. Oosterwijk: ,,Dat zegt wat. Als mensen hier zo’n stap zetten, dan is er echt wat aan de hand.’’
Jan Mokkenstorm, psychiater en directeur en oprichter van het suïcidepreventieplatform 113Online, prijst het initiatief voor een taskforce: ,,Vijf doden in korte tijd, dat kan toeval zijn, maar zelfs als het toeval is, is er alle reden om er iets aan te doen. Iedere suïcide is er één te veel.’’
Meer aandacht voor suïcide hoeft niet te leiden tot kopieergedrag, volgens hem. ,,Als je je maar houdt aan de ideeën die er zijn over verantwoorde berichtgeving’’, reageert hij. Niet romantiseren, bijvoorbeeld, en geen details noemen.
De angst voor
copycats is er in het begin zeker geweest, zegt Hoogendoorn. Daarom is de oprichting van de taskforce aanvankelijk buiten de publiciteit gehouden. Eerst is gesproken met jongeren zelf. Menning: ,,Wij hebben ze gezegd: ‘We zijn er voor jullie. Het is geen schande om hulp te vragen.’’
Hoogendoorn: ,,We hebben niet de illusie dat we hiermee elke zelfdoding kunnen voorkomen, maar wel hebben wel de hoop dat we met elkaar in staat zijn weer perspectief in het leven van deze jongeren te creëren.’’
Menning: ,,Onze burgemeester heeft het in gesprekken vaak over vitamine A: Aandacht. Dat vind ik mooi. Kinderen hebben aandacht nodig. Vraag ze hoe het op school was, doe ’s avonds de telefoons aan tafel weg en vraag elkaar hoe de dag is geweest, maak dingen bespreekbaar.’’ Zelf gaat ze straks voorlichting geven op scholen.
Mokkenstorm: ,,Stel vragen: ik hoor dat je ergens mee zit, wil je er iets over vertellen? Afpellen, naar de kern komen. Mensen willen niet dood, ze willen verandering in hun situatie.’’
Bij het schoolplein van het Agnieten College, een school voor voortgezet onderwijs in Wezep, wacht op deze zonnige herfstdag een groepje jongens op een vriend. Hoe denken zij er over? Wezep is wel oké, zeggen ze. ,,Geen problemen hier.’’ De zelfdodingen hebben indruk gemaakt, zeker. Een van hen kent een van de jongens goed. ,,Het is nog steeds zwaar’’, erkent hij.
Het aantal zelfdodingen is de laatste jaren ‘historisch hoog’, zegt psychiater en suïcidespecialist Jan Mokkenstorm. Volgens het CBS waren er in 2013 1854 suïcides en in 2014 1835. Die aantallen zijn hoger dan bijvoorbeeld in 1980 (1430 suïcides) en in 2010 (1600 zelfmoorden). Bij jongeren tussen de 10 en 20 jaar is het aantal suïcides toegenomen van 2 op de 100.000 naar 3 op de 100.000, volgens CBS-cijfers uit 2013.
Downloads
Download hier artikel NRC Handelsblad