03 sept. 2014
'Medewerkers Defensie willens en wetens blootgesteld aan chroom-6'
Het ministerie van Defensie was op de hoogte van de gezondheidsrisico’s die werknemers van de voormalige NAVO-depots in de grensregio liepen en is ernstig tekort geschoten in de bescherming van het personeel.
Die conclusie trekt hoogleraar toxicologie Martin van den Berg van de Universiteit Utrecht na bestudering van een rapportage van de arbodienst van de Koninklijke Landmacht over de situatie op het NAVO-depot in Vriezenveen uit 1999 - representatief voor alle depots - en analyses van het depot in Brunssum uit 2002, die zijn gemaakt om na te gaan in hoeverre medewerkers aan het zeer kankerverwekkende chroom-6 werden blootgesteld.
Chroom-6 zat tot begin jaren ’90 van de vorige eeuw in de camouflageverf (CARC) voor Amerikaanse legervoertuigen die in de NAVO-depots in Eygelshoven, Brunssum, Vriezenveen, Ter Apel en Coevorden werden onderhouden, gerepareerd en opgeslagen. Toen er geen chroom-6 meer in de verf zat, werd er nog altijd gesleuteld aan voertuigen die met de chroom-6-houdende CARC waren geschilderd. Chroom-6 kwam vrij bij het lassen, slijpen en stralen van voertuigen.
Uit het ‘Vriezenveen-rapport’ blijkt volgens toxicoloog Van den Berg ,,overduidelijk’’ dat er sprake was van te hoge concentraties chroom-6 en ook dat het ministerie volledig op de hoogte was van de richtlijnen en de giftigheid. ,,Alle alarmbellen hadden moeten gaan rinkelen’’, zegt hij. ,,Defensie had ogenblikkelijk maatregelen moeten treffen om de blootstelling te verminderen. Voor zover ik weet, is dat niet gebeurd.’’
Als gevolg van de publiciteit in de afgelopen maanden melden zich steeds meer zieke oud-werknemers of hun nabestaanden bij letselschadebureau Drost in Hengelo of letselschadeadvocaat Rob Bedaux in Heerlen. Zeker 160 cliënten hebben zij nu.
Deze zomer leidde de groeiende onrust tot vragen van de SP-Tweede Kamerleden Jasper van Dijk en Paul Ulenbelt aan Defensie-minister Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD). Anderhalve week geleden kregen zij antwoord.
Hennis-Plasschaert geeft in haar antwoord toe dat er chroom voorkwam in veegmonsters (stofmonsters), maar zegt dat het geen maatstaf is voor blootstelling. Als u het rapport uit Vriezenveen leest en het antwoord van de minister, wat is dan uw conclusie? Heeft de Tweede Kamer dan een eerlijk antwoord gekregen?
,,Het is in elk geval onvolledig. De gegevens in het rapport wijzen erop dat er een bedreigende situatie was voor de gezondheid van de werknemers.’’
Hennis schrijft dat op basis van luchtmonsters onduidelijk is of er sprake is geweest van blootstelling boven de grenswaarde. In het rapport over Vriezenveen staat echter dat uit luchtmonsters van twee medewerkers die machinaal aan het schuren waren, is gebleken dat de grenswaarde is overschreden (0,02 mg/m3 in plaats van grenswaarde 0,01 mg/m3). Op de vraag aan Defensie hoe dat kan, antwoordde het ministerie in de loop van vorige week dat in de luchtmonsters niet chroom-6, maar het ‘totale chroom’ is gemeten. Dat zou blijken uit bijlagen. Is dat niet vreemd?
,,Ik begrijp daar niets van. Het hele rapport gaat van voor naar achteren over chroom-6, de titel is ‘Het vrijkomen van Chroom (+VI)-verbindingen’. Als de luchtmonsters niet op chroom-6 zijn onderzocht, dan is dat een arbeidshygiënische blunder. De weergave in het rapport zelf is in dat geval misschien een vergissing - dat is dan dom - of er zijn later wijzigingen aangebracht in de bijlagen zodanig dat meetwaarden toxicologisch niets voorstellen.’’
In het rapport staat dat blootstelling aan chroom-6-verbindingen geen veilige drempelwaarde kent. Iedere mate van blootstelling kan leiden tot kanker. De Gezondheidsraad had dat destijds kennelijk net gerapporteerd. Erg gevaarlijk, dus.
,,Chroom-6 is een van de weinige stoffen waarvan we zeker weten dat die bij de mens kankerverwekkend is. Je moet blootstelling voorkomen of tot een minimum beperken. Huid, mond, ogen en ademhaling moeten volledig worden beschermd, net als bij asbest of zelfs nog beter. Je kunt niet volstaan met een mondkapje, je hebt volgelaatsbescherming nodig.’’
Als de stof zo gevaarlijk is, en Defensie was daar klaarblijkelijk goed van op de hoogte, hadden de depots dan niet meteen gesloten moeten worden?
,,Ze hadden in elk geval direct maatregelen moeten treffen: de boel schoonmaken, waarschuwingsbordjes met doodshoofden plaatsen, volgelaatsmaskers en afgesloten pakken gebruiken.’’
Advocaat Bedaux die 77 zieke oud-werknemers vertegenwoordigt, zegt dat volgens zijn cliënten de aanbevolen maatregelen (betere afzuiging, schuren en slijpen in de buitenlucht, verplicht omkleden, niet eten en drinken in de werkruimte, het gebruik van speciale stofzuigers) nooit zijn getroffen. Wat vindt u daar van?
,,Dan is door Defensie onachtzaam gehandeld. De adviezen van de arbodienst hadden moeten worden opgevolgd, en er had meer onderzoek moeten worden gedaan naar de concentraties in de lucht en naar de stoffen in de urine van medewerkers. Dat had belangrijke informatie kunnen opleveren over de mate van blootstelling. Dat is kennelijk nagelaten. De analyses uit 2002 in Brunssum, met nog hogere concentraties chroom-6 dan in Vriezenveen, tonen aan dat er in die jaren niets is verbeterd. Defensie heeft de situatie laten voortduren op een onaanvaardbare manier.’’
Het lijkt erop dat mensen willens en wetens zijn blootgesteld.
,,Ja, zonder enige twijfel. Gezien de situatie had de gezondheid van medewerkers door de jaren heen in de gaten moeten worden gehouden. Chroom-6 veroorzaakt pas tien tot twintig jaar later kanker. Ook dat is niet gebeurd.’’
Defensie laat in een reactie weten dat nader onderzoek moet uitwijzen of het ministerie tekort is geschoten. Verder stelt het ministerie dat er geen methode was om chroom-6 in de lucht te meten. Hoe dan toch (vermeende) chroom-6-concentraties uit luchtmetingen in het rapport zijn beland, blijft op basis van de schriftelijke reactie onduidelijk.
'Als ik dit had geweten, had ik een andere baan gezocht'
Volgens letselschadeadvocaat Rob Bedaux, die 77 zieke oud-medewerkers vertegenwoordigt, zeggen de oud-medewerkers van de NAVO-depots dat zij nooit op de hoogte zijn gebracht van onderzoeken naar chroom-6, in tegenstelling tot wat Defensie-minister Hennis-Plasschaert in een antwoord op Kamervragen beweert. Bedaux: ,,Niet een van hen kan zich dat herinneren. Sterker nog: er zijn oud-medewerkers die zeggen: ‘Als ik dat had geweten, had ik meteen een andere baan gezocht.’’ Defensie houdt vol dat medewerkers in Brunssum via de hoofden van afdelingen en de medezeggenschapsraad op de hoogte zijn gebracht.
Bedaux vermoedt dat vooral het hergebruik van met chroom-6 vervuild grit voor het stralen van voertuigen veel problemen heeft veroorzaakt. Hierdoor nam de concentratie van chroom-6 in het grit steeds verder toe.
Er waren depots in Coevorden, Ter Apel, Vriezenveen, Eygelshoven en Brunssum.
Bedaux heeft weinig vertrouwen in het ‘historisch onderzoek’ dat de minister laat doen. ,,Een onderzoek waarbij de medewerkers zelf niets wordt gevraagd, is nooit nauwkeurig genoeg.’’ Letselschadespecialist Yme Drost uit Hengelo, bij wie zich 103 zieke oud-werknemers hebben gemeld, komt met een eigen onderzoek.
Downloads
Artikel in NRC Handelsblad