03 sept. 2016
Oorlogsveteranen in actie voor 'iconisch' hotel
John Crosson even terug in Oosterbeek om actie voor het behoud van hotel Dreyeroord te steunen. Foto Annette Toonen
Sloop van hotel Dreyeroord in Oosterbeek stuit internationaal op verzet. Britse oorlogsveteranen betuigden vrijdag hun steun aan de actiegroep die dit ,,icoon’’ van de Slag om Arnhem wil behouden.
Oosterbeek. Voorzichtig lopen vijf Britse oorlogsveteranen de oprit op van het voormalige hotel Dreyeroord in Oosterbeek, sommigen een wandelstok in hun handen geklemd.
Dit is ,,heilige grond’’ voor de Engelse John Crosson, 92 jaar. Hier zijn veel mensen gestorven, vertelt hij. Precies op deze plek is in 1944, ten tijde van de Slag om Arnhem, bijna drie dagen lang hevig gevochten, van man tot man. Crosson was erbij, hij overleefde, 23 van zijn maten niet.
Het pand, een ,,icoon’’ in de ogen van velen, wordt nu met sloop bedreigd. Familie Van der Straaten die het hotel generatieslang runde, sloot het in oktober 2014 en verkocht het april dit jaar aan vastgoedontwikkelaar Amvest. Amvest wil er twintig wooneenheden voor demente ouderen bouwen. Het oude pand is ,,technisch niet te handhaven’’, volgens een woordvoerder.
De veteranen kijken omhoog; hun blik glijdt langs de witgeverfde muren, de luiken in de
tinten rood en bruin, roede verdeelde ramen, sierlijk uitgesneden houten balkons. Het markante, in chaletstijl opgetrokken gebouw, oogt vervallen, rondom is onkruid omhoog geschoten.
De Britten zijn deze vrijdag hier om steun te betuigen aan de actie voor behoud van dit voormalige hotel - als een klein onderdeel van het programma van hun verblijf in Nederland vanwege de zeventigste Airbone Wandeltocht, zaterdag/vandaag in Oosterbeek. Er is voor stoelen gezorgd, er zijn thee met een wolk melk, zoals de Engelsen die graag drinken, en koekjes. Ze gaan zitten.
Voor veteraan Geoff Roberts (91 jaar) was Dreyeroord ,,een tweede huis’’. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog logeerde hij hier vaak tijdens de Airborneherdenking, jaarlijks in september. Zijn herinnering aan de oorlog: ,,Een heleboel lawaai en jongens die stierven
for no reason. Het was afschuwelijk.’’
Crosson vertelt dat hij vooral heel veel geluk heeft gehad. ,,Ik had net zo goed ook dood kunnen zijn. Het scheelde soms niet veel, maar iets of iemand leek over mij te waken.’’
Het hotel, door de Britten steevast ‘the White House’ genoemd - ze kunnen Dreyeroord niet uitspreken - moet behouden blijven, vindt Roberts. ,,Maar ik zou niet weten hoe.’’ Misschien een idee om het met hulp van vrijwilligers op te knappen, oppert Crosson.
Beiden maakten destijds deel uit van het zevende bataljon (King’s Own Scottisch Borderers) van de eerste Britse Airborne Divisie, die bij de bevrijding zware verliezen leed.
De voorgenomen sloop beroert mensen over de hele wereld. De werkgroep Behoud Dreyeroord Oosterbeek oogstte op Facebook meer dan 11.000 handtekeningen, waaronder die van Britten, Amerikanen en Canadezen. De man achter de petitie: Wiljo Pas, een ,,verontruste burger’’ van Oosterbeek.
Hij ziet het hotel als ,,onderdeel van de schijf van vijf’’; Dreyeroord hoort thuis in het rijtje John Frostbrug in Arnhem en de Airborne begraafplaats, het Airborne Museum en de Oude Kerk aan de Benedendorpsweg in Oosterbeek. ,,Jonge jongens hebben hier gevochten en hun leven gegeven voor onze vrijheid. Daar kun je niet met een bulldozer overheen walsen.’’
Pas kreeg bijval van de commissie Gelderland van de Erfgoedvereniging Heemschut, de Stichting Koninklijke Defensiemusea en de Britse ambassadeur in Nederland, sir Geoffrey Adams. Die schreef aan de waarnemend burgemeester van de gemeente Renkum, waar Oosterbeek onder valt: het gebouw is een belangrijk symbool van de bevrijding en een van de weinige markante overblijfselen van de Operatie Market Garden. Een tragedie als dit gebouw verdwijnt.
Dreyeroord maakt onderdeel uit van de Liberation Route Europe, de door geallieerden aflegde route die onder meer is gemarkeerd met ‘luisterkeien’.
De actie stuit ook op tegenstand. Zo vinden buren het plan van Amvest ,,heel acceptabel’’, en heeft ook de voormalige hoteleigenaar niks tegen sloop. Pas heeft nu zelf een architect in de arm genomen die hij een alternatief plan laat maken. Volgende week praat hij met Amvest.
De gemeente Renkum kan Amvest geen sloopvergunning weigeren; het pand is geen gemeentelijk en geen rijksmonument. Strikt genomen voldeed het niet aan de eisen voor plaatsing op een van die lijsten, volgens de woordvoeder. Het is niet origineel genoeg meer; er is te veel aan verbouwd.
Het pand kwam wel, net als 25 andere objecten, in 2004 op een gemeentelijke inventarisatielijst van martiale (oorlogs-)monumenten, maar die is grotendeels ,,in het slop geraakt’’, erkent de woordvoerder.
Of het groeiende verzet tegen de afbraak Amvest op andere gedachten kan brengen, is onduidelijk. ,,Wij zijn in gesprek met alle betrokkenen’’, reageert de woordvoerder. Op de vraag of dat betekent dat verandering van het plan bespreekbaar is, antwoordt ze: ,,Wat ik al zeg, we zijn in gesprek. Als er nieuwe ontwikkelingen zijn, laten we dat weten.’’
Downloads
Download hier artikel NRC Handelsblad