19 maart 2015
Alsof conducteur boksbal is
Op een perron in Almelo zijn in december een conducteur en machinist mishandeld. Tegen de verdachten zijn gisteren celstraffen geëist van vijftien maanden waarvan vijf voorwaardelijk en negen maanden waarvan vier voorwaardelijk. ,,Te slap'', vindt NS-personeel.
Een stoet machinisten, conducteurs en ander NS-personeel trekt deze woensdagmiddag richting rechtbank in Almelo. Daar staan twee verdachten terecht voor de mishandeling van een conducteur en machinist afgelopen december op een perron in Almelo.
Het personeel wil de getroffen collega’s steunen - ze zijn aanwezig bij de rechtszaak. ,,We willen de maatschappij laten zien dat we helemaal klaar zijn met die agressie’’, zegt een conducteur. ,,Handen af van onze collega’s’’, vindt een machinist die vorige week op de landelijke actiedag klokslag negen uur ook al toeterde tegen geweld op de trein. ,,De maat is vol’’, reageert een beveiligingsbeambte.
Allemaal hebben ze wel eens te maken gehad met agressie tijdens hun werk. Ze vertellen over de klap of de duw die ze kregen of hoe ze werden uitgescholden. Vaak door reizigers zonder kaartje. En het lijkt wel alsof het geweld toeneemt.
Over wat er 2 december is gebeurd in de trein tussen Rijssen en Almelo en later op het perron in Almelo, lopen de lezingen uiteen. ,,De feiten zijn moeilijk vast te stellen’’, meent advocaat Marcel Smit van de verdachten, de 20-jarige Andrino J. uit Schiedam en de 30-jarige Jean C. uit Rijssen, beiden geboren op Curacao.
Voor de officier van justitie staat vast dat er sprake was van oplopende spanningen gedurende de treinreis. Om te beginnen had C. te weinig geld op zijn chipkaart en moest-ie die van de conducteur eerst opladen. Daarna bleven C. en J. in de trein telkens een meisje ‘opzoeken’, terwijl zij duidelijk had aangegeven daar niet van gediend te zijn. De conducteur liet haar plaatsnemen in de eerste klas.
Aangekomen in Almelo stapte C. op het perron op de conducteur af. Volgens de officier gebeurde dat dreigend en straalde C. met zijn hele houding uit dat hij verhaal wilde halen. C. en J. raakten slaags met de conducteur en de machinist. Wat de officier betreft zijn de twee verdachten als eersten ‘fysiek agressief’ geworden. C. stelt echter dat de conducteur de eerste duw gaf.
Op camerabeelden is te zien hoe de twee verdachten erop los slaan en schoppen - C. neemt de conducteur onderhanden, J. de machinist - totdat beiden op de grond liggen. Ook dan stopt het slaan nog niet. ,,Alsof de conducteur een boksbal is’’, beschrijft de officier.
C., door deskundigen beoordeeld als zwakbegaafd, voelde zich gekrenkt en afgewezen, stelt zijn advocaat. J. die een trauma heeft opgelopen vanwege een neergeschoten broer en die nog maar een jaar in Nederland is, is geen vechtersbaas. Bij hem was de paniek groot, stelt Smit.
Uit hun slachtofferverklaringen blijkt hoe de conducteur en machinist te lijden hebben (gehad) onder het incident. Beiden liepen een hersenschudding en kneuzingen op. De conducteur heeft nog altijd een litteken bij zijn oog. Hij kon een tijdlang moeilijk slapen, had nachtmerries. Hij is korter af dan voorheen, slechter gehumeurd. ,,De grens is sneller bereikt’’, liet hij de rechter voorlezen. Ook de machinist heeft ,,een korter lontje’’. Beiden zijn weer aan het werk. De conducteur: ,,Ik kijk heel goed uit.’’ De machinist heeft moeite met drukte op de grote stations. Dan komt hij ogen tekort: ,,Ik wil alles in de gaten houden.’’
De officier eiste een celstraf van vijftien maanden waarvan vijf voorwaardelijk tegen C. en negen maanden celstraf waarvan vier voorwaardelijk tegen J. en van beiden betaling van smartengeld. ,,Het toenemende geweld is een uiterst kwalijke tendens die hoe dan ook moet worden gestopt. Dit mag niet worden getolereerd’’, zei ze. Op de publieke tribune wordt dat anders beleefd. ,,Veel te slap, die eis’’, verwoordt een van de personeelsleden het gevoel daar. Uitspraak 1 april.