02 mei 2015
Brein ex-neuroloog is 'gatenkaas'
Foto David van Dam - NRC
Het brein van de veroordeelde ex-neuroloog Jansen is een 'gatenkaas', betoogt Metta de Noo. Als gevolg van een auto-ongeval.
De dokter is zelf ziek. Twee weken voor de inhoudelijk behandeling in hoger beroep neemt oud-verpleeghuisarts Metta de Noo het op voor ex-neuroloog Ernst Jansen (69 jaar). Hij kreeg drie jaar celstraf voor het leed dat hij tussen 1997 en 2004 met verkeerde diagnoses heeft aangericht.
De Noo is ervan overtuigd dat Jansen hersenletsel (frontaal syndroom) heeft opgelopen bij een auto-ongeval in 1990, in Duitsland. De ex-neuroloog raakte zwaargewond, was enkele uren buiten bewustzijn. De Noo ziet er de verklaring in voor zijn vreemde gedrag, zijn medicijnverslaving en de verkeerde diagnoses.
„Ernst is waarschijnlijk zelf patiënt, een patiënt zoals ik die op de neuropsychiatrie ook tegenkwam. Gewoon met armen en benen die het doen, maar met een hoofd waar het af en toe niet in orde is”, schrijft De Noo (65 jaar) in het boek Frontaal, de andere kant van dokter Jansen Steur dat de komende week verschijnt.
Door bemoeienis van De Noo en wetenschapsfilosoof Ton Derksen, haar broer, is in 2010 de verpleegkundige Lucia de Berk na een jarenlange gevangenisstraf vrijgesproken. Ze was veroordeeld tot levenslang voor de moord op ziekenhuispatiënten. De Noo was destijds de eerste die twijfelde aan de bewijsvoering in de zaak.
U schrijft dat Jansens hoofd een ‘gatenkaas’ is. Hoe komt u daarbij?
„Ik heb twintig jaar lang zulke patiënten gehad, jongere mensen met niet aangeboren hersenletsel. Zoek het maar op: mild traumatic braininjury, wat je dan leest, gaat over Ernst Jansen. Je kunt geen goed gesprek met hem hebben, er zit geen lijn in. Hij lijkt een drukke, actieve man, maar komt tot niets. Als er meer wordt gevraagd dan routine, gaat het mis. Hij is niet betrouwbaar in zijn verklaringen, is beïnvloedbaar. Een leek zal het niet zo snel merken, maar ik ga door de façade heen.”
De Noo schrijft over de plek waar Jansen al acht jaar woont, een kleine, rommelige hotelkamer in Duitsland. „Een bed, een stoel, stapeltjes papier, een tien jaar oude laptop. Erger dan een gevangenis. Een teken dat iemand ver heen is.”
Heeft u bewijzen voor uw diagnose?
„Op bepaalde scans zou je zoiets misschien kunnen zien, maar ja, we zijn nu 25 jaar na het ongeval. Jansen is bijna 70. Leeftijd doet ook iets met je hersenen. Voor mij is het duidelijk. Ik heb zelf gezien hoe hij is veranderd. Ik ken hem van vroeger. We zagen elkaar wel eens; de kinderen zaten bij elkaar op school. Zo nu en dan had ik met Jansen te maken in mijn werk.”
Jansen is psychiatrisch behandeld voor zijn verslaving en is door deskundigen onderzocht voor de rechtszaak. Of er een relatie was tussen het ongeluk en de misdiagnoses was toen onduidelijk. Waarom hebben anderen deze diagnose niet gesteld?
„De psychiater die hem voor zijn verslaving behandelde, zegt nu: ‘Ik heb toch iets over het hoofd gezien.’ De neuropsycholoog die betrokken was bij het onderzoek voor de rechtszaak vond een frontaal syndroom wel zeer waarschijnlijk. Ze adviseerde nader onderzoek, maar is overruled door de andere deskundigen: een klinisch psycholoog en een psychiater. Eigenlijk zou je dit specialistische onderzoek moeten laten doen door een neuropsycholoog, een gedragsneuroloog en een neuroradioloog.”
Toch lijkt Jansen na het ongeval eerst normaal te hebben gefunctioneerd.
„Ook in het begin van jaren 90 heeft zich al eens een collega beklaagd. Bij zijn promotie in 1994 heeft hij zich behoorlijk misdragen. Thuis was het erger dan wij wisten; hij pikte hier een dweil, daar een asbak. Zoiets had hij daarvoor nooit gedaan. Hij schatte situaties verkeerd in, maakte overal ruzie. Dit gedrag zie je vaak bij hersenletsel.”
Hersenletsel of niet, slachtoffers hebben schrijnende verhalen.
„Ik wil de zaak niet schoonpoetsen, het leed niet ontkennen - er zijn fouten gemaakt. Maar artsen maken fouten. Er worden verkeerde diagnoses gesteld, zeker in de neurologie. Het is een van moeilijkste vakgebieden. Je kunt lang niet alles exact aantonen.”
Na de zaak Lucia de Berk nu dit dossier. Waarom?
„Na een interview in NRC over Lucia waarin ook Jansen ter sprake kwam, heeft zijn zoon contact met mij gezocht. Hij zat met vragen rond het hoger beroep - geschrokken van de celstraf en bang dat zijn vader het weer zou bederven. Daarna heb ik Ernst ontmoet en zo ben ik er steeds verder bij betrokken geraakt.”
Uit uw boek blijkt dat de zoon zich nadrukkelijk met het hoger beroep bemoeit. Hij wil dat Jansen zijn inbreng en aanwezigheid beperkt.
„Het is ontroerend om te zien hoe de zoon die eerst niets meer van zijn vader wilde weten, zich nu om hem bekommert. Hij begrijpt nu wat er met zijn vader aan de hand is.”
Uw boek verschijnt vlak voor het hoger beroep. Afgesproken werk met de advocaat?
„Er is contact, maar hij wist niets van dit boek. Hij bemoeit zich er beslist niet mee. Ik hoop wel dat het Jansen helpt, dat mensen beter begrijpen dat een dokter ook maar een mens is die fouten kan maken en ziek kan zijn.”
Letselschadespecialist Yme Drost, die de belangen behartigt van gedupeerde ex-patiënten, ziet het boek desondanks als „een geregisseerde poging” om vlak voor het hoger beroep de zaak in ander daglicht te plaatsen en „invloed uit te oefenen op het oordeel van de rechter”, zegt hij.
Op verzoek van Jansens advocaat heeft het hof in een tussenarrest bepaald dat de ex-neuroloog nader moet worden onderzocht.
Downloads
Download hier artikel NRC Handelsblad