16 nov. 2017
'Wethouder moet beseffen dat hij beïnvloedbaar is'
Er treden te veel wethouders af, vindt ex-wethouder Knol. ,,Daar moet echt iets aan gebeuren.’’
ZWOLLE. De kans dat een wethouder voortijdig vertrekt, is behoorlijk groot. In de periode 2010-2014 haakte veertig procent van de wethouders af, om persoonlijke of politieke redenen. Gemiddeld waren dat drie wethouder per week.
Een verdubbeling in 25 jaar, schrijft ex-wethouder Martin Knol uit Zwolle (67 jaar) in zijn boek over wethouderschap (
Waarom Wethouder) dat donderdag 16 november verschijnt. Ook deze bestuursperiode, die eindigt in 2018, verwacht hij dat veertig procent de eindstreep niet haalt: ,,Echt een probleem.’’
Onder de vertrekkende wethouders zijn steeds meer bestuurders die aftreden vanwege belangenverstrengeling, meent Knol. De Wethoudersvereniging ziet die stijging niet, wel toegenomen aandacht voor het onderwerp.
Knol sprak tientallen wethouders, oud-wethouders, burgemeesters en gemeentesecretarissen voor zijn boek. De auteur was tot zeven jaar geleden zelf wethouder, eerst acht jaar in Deventer en later zeven jaar in Zwolle. Nederland heeft ongeveer 1423 wethouders.
Waarom dit boek?
,,Toen ik was gestopt, dacht ik, al die ervaringen, daar moet ik iets mee doen. Zonde als daar geen gebruik van wordt gemaakt. Ik zie zo veel wethouders in de problemen komen, te veel. Daar moet echt iets aan gebeuren.’’
Is dat te voorkomen?
,,Daar ben ik van overtuigd; het zouden er minder kunnen zijn. Je begint altijd onvoorbereid aan het wethouderschap. Je wordt het onverwacht; een benoeming hangt af van een verkiezingsuitslag. Je zou gebruik kunnen maken van de ervaring van anderen, je zou kunnen sparren. Misschien dat mijn boek daar een bijdrage aan kan zijn.’’
U schrijft dat er geen ‘setje sluitende criteria’ te geven is voor succes.
,,Ik ken mensen die een ideaal cv leken te hebben - kennis van de overheid, vaardigheden als voorzitter - maar toch mislukken als wethouder. Je moet in elk geval gevoel hebben bij de samenleving, je moet kunnen omgaan met burgers en politici. Het begint met sociaal vaardig, open en benaderbaar zijn, kunnen luisteren. Het eindigt bij leiding geven, beslissingen nemen en je daarvoor verantwoorden. Het gaat om draagvlak. Dat moet je weten te verwerven.’’
Steeds meer wethouders treden af vanwege belangverstrengeling, stelt u. Waar gaat het fout?
,,In 2016 waren dat er tien. Belangenverstrengeling op zich is niet toegenomen, denk ik. De manier waarop er naar wordt gekeken, is veranderd. Kritischer. Het bestuur is transparanter geworden; feiten komen eerder aan het licht. Burgers vragen om uitleg.’’
Kent uw voorbeelden?
,,Ik heb het niet van nabij meegemaakt. Wat ik wel van dichtbij heb gezien, is wat je allemaal krijgt aangeboden. Flessen wijn, een tripje naar een of ander festival, een vakantieverblijf in een ver land en u-wilt-niet-weten-hoeveel-kerstpakketten. Het gaat vaak niet om veel geld, maar je moet er wel weerstand aan bieden. In de tijd dat ik wethouder was, zijn er regels gekomen. Je moet beseffen dat je beïnvloedbaar bent.’’
Zei u altijd nee?
,,Ik ben eens op uitnodiging meegegaan naar een Interlandwedstrijd. Ik heb dat toen vooraf open in het college besproken. In al die jaren in Zwolle had ik heel vaak bij de Librije (een van twee driesterrenrestaurants in Nederland, red.) kunnen eten; ondernemers willen je fêteren. Ik ben er in die 7 jaar twee keer geweest; één keer heb ik het zelf betaald, de andere keer was op kosten van een aantal grote ondernemers, maar dat paste bij de bijeenkomst. Er was net een transactie gesloten - specifieker wil ik niet zijn. Het werkt niet als je altijd ‘nee’ zegt. Je moet wel kunnen uitleggen waarom je iets doet. Als je dat niet kunt, is er iets mis.’’
Wethouders hebben geen goed imago. Als je wethouder wordt, heb je iets uit te leggen, staat in uw boek. Had u dat ook?
,,Om te beginnen aan mijn eigen moeder. Ik kwam uit het onderwijs. Ze begreep niet dat ik die veilige baan opgaf voor een onzeker bestaan als wethouder. Als je zo betrokken bent bij een stad is er niks mooier dan dat je je daarmee mag bemoeien en dat je er ook nog iets mee kunt.''
Versplintering in de politiek verandert het wethouderschap, schrijft u. Veertien fracties in plaats van zes vraagt nieuwe vaardigheden. Welke?
,,Veel fracties, dat maakt het lastig voor wethouders. Gemeenteraden dreigen babbelboxen te worden; het is moeilijker om draagvlak te krijgen. Als wethouder en ambtenaren moet je vooral zorgen dat je de leden faciliteert; help ze bij het nemen van een goede beslissing.’’
Sinds het dualisme (2002) hoeft een wethouder niet meer uit de raad of zelfs de gemeente te komen. U ging als een van de eerste wethouders aan de slag in een andere stad.
,,Ik was daar heel kritisch over, totdat het mijzelf overkwam. Wethouder zijn was na 8 jaar een vak voor mij geworden. Als ‘vakwethouder’ dacht ik, dat kan ik ook ergens anders zijn. Ik miste in het begin wel de lokale betrokkenheid. Ik ben in de binnenstad gaan wonen en heb veel rondgereden, om een gevoel te krijgen bij Zwolle.’’
Downloads
Download hier artikel nrc.next