24 april 2015
Giethoorn, het dorp dat elke Chinees gezien moet hebben
Foto Kees van de Veen
Steeds meer Aziaten ontdekken Giethoorn
als vakantiebestemming. „Veel beter dan Amsterdam."
In haar zomerjurk zit Ronni Chiang op een terrasje in Giethoorn, nippend aan een ijsthee, genietend van de schone lucht, de stilte, de bomen en het weidse uitzicht over het water, de houten bruggetjes en de lage, rietgedekte boerderijen.
Much better than Amsterdam, waar ze gisteren was. Daar is het druk, vies, en overal ruik je de hasjlucht.
Chiang komt uit Taiwan en reist met haar zus acht dagen door Nederland, een bestemming die ze kozen vanwege
the tulips, of course. „Wij houden van bloemen. En als je de mooiste tulpen van de wereld wilt zien, moet je hier zijn.”
Ze zijn op deze doordeweekse dag niet de enige Aziatische bezoekers in Giethoorn. Het waterrijke dorp op anderhalf uur van Amsterdam, door de lokale VVV aangeduid als ‘het groene Venetië ’, is steeds meer in trek bij toeristen uit Azië.
Bij hotel-restaurant De Dames van De Jonge hebben Emily Liu uit Hongkong en Sherri Wang uit Taiwan, collega’s en vriendinnen van elkaar, net ingecheckt. Ze zagen Giethoorn in een tijdschrift staan als een ‘dorp dat je gezien moet hebben’.
Tot nu toe voldoet Giethoorn geheel aan hun verwachtingen: schone, blauwe lucht en rust. „Waar wij vandaan komen, heb je dat allemaal niet”, zegt Liu. Ze zijn onder de indruk van de Chinese teksten overal, in de brochure die ze in het hotel kregen,
op de posters bij de rijwielverhuur. „Wauw.”
Zojuist zijn ook Ka Po en Nick Cheung uit Hongkong gearriveerd, vriend en vriendin. Via Parijs en Londen. Voor al deze hotelgasten geldt: ze komen rechtstreeks van Schiphol. Hun reis door Nederland begint in Giethoorn. Morgen gaan ze pas naar Amsterdam.
Eigenaresse Gabriella Esselbrugge van De Dames van De Jonge is de drijvende
kracht achter het toegenomen Aziatische toerisme naar dit dorp. Mede dankzij haar inspanningen staat Giethoorn, aan de rand van Nationaal Park Weerribben-Wieden, het grootste laagveenmoeras van Noordwest-Europa, nu in de Orange Guide, een
soort Lonely Planet voor Chinezen. Als „Hof van Eden” nog wel, „stiller en rustiger dan waar ook in Europa”.
Esselbrugge doet er alles aan om het haar Aziatische gasten naar de zin te maken: harde matrassen, noodle cookers op de kamers, een ketel met heet water in de keuken - zodat ze elk moment een glas heet water kan serveren. En er is een stevige soep bij het
ontbijt. „Daar houden ze van.” In haar hotel geen kamer 4, 14 of 24 – de 4 staat in China voor de dood. Ze heeft dertig kinderfietsen aangeschaft. „Chinezen vinden het fijn als
ze met de voeten bij de grond kunnen.”
De afgelopen tien jaar verdiepte Esselbrugge zich in de Aziatische toerist – ze ging onder meer mee met een handelsmissie naar China. Ze zocht naar mogelijkheden om haar hotel niet alleen in de zomer, maar ook in voor- en najaar en liefst ook nog in de winter vol te krijgen. Ze werd voor gek verklaard, maar het lukte.
Chinezen houden van pittoreske dorpjes en familiebedrijven zoals dat van Esselbrugge, die het hotel overnam van haar moeder, en die weer van háár moeder. Anderhalf tot twee
uur reizen vinden Chinezen vaak geen probleem. Dankzij het stijgende Aziatische toerisme bestaat buslijn 70 tussen (Intercitystation) Steenwijk en Giethoorn nog.
De Chinese trek naar Giethoorn wordt volop gesteund door het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC), dat de groeiende stroom buitenlandse toeristen graag beter over het land spreidt. Als ze allemaal in Amsterdam blijven hangen,
wordt die stad onleefbaar.
Het was Wim Pijbes, directeur van het Rijksmuseum, die zich vorig jaar augustus publiekelijk beklaagde: de grenzen van de groei zijn bereikt; het zwerfvuil, de irritaties, de rijen. Amsterdam wordt vies, vuig en te vol.
Conrad van Tiggelen, marketingdirecteur bij het NBTC: „Giethoorn is zo’n nieuwe bestemming. En zo zijn er wel meer pareltjes in Nederland, Dordrecht of Kampen bijvoorbeeld. Daar moeten we meer de aandacht op vestigen.”
Giethoorn lijkt blij met de Chinezen; de lokale VVV is enthousiast. Horecaondernemers
en bootverhuurders spreken over ‘fijne gasten’. Minder leuk: als de Chinezen op privéterrein hun neus tegen de ruiten drukken om naar binnen te kijken – niet
beseffend dat het geen openluchtmuseum is, maar dat er gewoon mensen wonen.
Downloads
Artikel in NRC Handelsblad